Boterzuurbacterie
Geschreven op 23 januari 2013 / Categorie: Tips, Algemeen
De boterzuurbacterie lijkt de laatste jaren een steeds groter probleem te worden onder melkveehouders en kaasmakers. Te veel sporen van de boterzuurbacterie in de melk geeft problemen bij de kaasbereiding. Dit probleem is een grote kostenpost, want wie melk levert met een te hoog gehalte aan boterzuursporen wordt gekort op zijn melkgeld. In de ergste gevallen mag hij zelfs twee of meer weken geen melk leveren.
Oorzaak boterzuurbacterie
De sporen zijn van nature aanwezig in grond en bodem en kunnen op het gras of op de maïs terechtkomen. Tijdens het inkuilen worden de sporen mee ingekuild en als de omstandigheden gunstig zijn (nat en geen zuurstof), kunnen ze ontkiemen en uitgroeien. Via het voerrantsoen krijgen koeien de sporen binnen en via de mest verlaten ze de koe weer. De mest kan via de buitenkant van de spenen in de melk terechtkomen. Ook grond en/of voerresten kunnen de buitenkant van de spenen besmetten. Verder kan tijdens het melken de melk besmet worden door het afvallen van melkstellen.
Praktijkvoorbeeld
(bron veeteelt)
Afgelopen voorjaar dreigde voor Cor Timmerman uit Wijhe een leverantiestop bij de melkfabriek vanwege de herhaaldelijke aanwezigheid van sporen van de boterzuurbacterie. ‘Vanuit het niets hadden we ineens twee plussen staan op het uitslagformulier. Dat gebeurde tot driemaal toe. Een vierde keer zou funest zijn geweest en betekenen dat de melk twee weken niet meer zou worden opgehaald.’ Timmerman startte met het voeren van een drogere kuil, maar dat gaf geen effect. ‘Het moest daarom wel in de maïs zitten, alleen kan ik daar niets aan zien. We geven de randen aan het jongvee, maar we halen niet de geadviseerde 1,5 meter voersnelheid per week.’
Vanwege de blijvende ongunstige uitslagen werd de manier van voorbehandelen in de melkput gewijzigd. ‘Met boterzuur kun je niet secuur genoeg werken. We maken de uiers nu echt ontzettend goed schoon. Vooral het schoonmaken van de slotgaten is belangrijk. We zijn begonnen met het gebruik van doeken die we inweken met het ontsmettingsmiddel Dermisan. Dat is denk ik onze redding geweest’, veronderstelt Cor Timmerman. We staan nog steeds op scherp, de uitslag voor boterzuursporen is nu plus-min. De maïs is bijna op, bij de nieuwe oogst zullen we goed opletten dat er goed wordt vastgereden en dat we de kuil niet te hoog maken om voldoende voersnelheid te behouden.’
Preventief behandelen
Uier- en stalhygïëne blijken ook hier weer van enorm belang te zijn. Het is belangrijk om preventief en zorgvuldig te werk te gaan. Enkele tips/producten welke u kunt gebruiken voor een goede stal- en uierhygiëne
Gebruik Dermisan om voor het melken de uiers en spenen te ontsmetten in combinatie met de speciale Dermisan uierdoeken. Maak de Dermisan uierdoeken nat met een oplossing van Dermisan en maak de uiers goed schoon. Dermisan zorgt er voor dat bacteriën en sporen geen kans meer krijgen.
Gebruik Mistral voor een goede hygiëne in de ligboxen. Mistral is een stalpoeder dat al het vocht van urine etc. absorbeert. Hierdoor heeft u drogere en frissere stallen waardoor bacteriën geen kans meer krijgen om te overleven. Tevens zorgt een droge frisse stal voor minder vliegenoverlast.
